Het oude NS-terrein in Tilburg, vlak naast het station, wordt al een tijdje verbouwd. Zoals elk industrieel gebied tegenwoordig is het een plek waar broedplaatsen verschijnen, start-ups hun ondernemingen neerzetten en een brouwerij zijn ketels plaatst. Zo ook in Tilburg, waar LOC brewery is gehuisvest. De Spoorzone heeft zelfs voor de naam gezorgd; van de brouwerij en van veel van de bieren. LOC houdt het dus lokaal. Terwijl de hoofdbrouwer eerder internationaal is. De Zweed Daniel Tano staat in het LOC proeflokaal achter de tap op de vrijdagmiddag van het Roadburn Festival in Tilburg en legt uit wat LOC bezig houdt.
Terwijl de metalliefhebbers binnen druppelen voor een Roadburners Chocolate IPA voordat de optredens beginnen, houdt Daniel zijn verhaal. Te beginnen met Roadburn, want dat festival zorgt ervoor dat de taproom vier dagen open is, terwijl dat normaal gesproken maar één dag is. Dat langharig tuig houdt wel van een speciaalbiertje blijkbaar. Daniel lacht: “Die Roadburners zien er misschien stoer uit, maar het zijn de aardigste mensen die je je voor kunt stellen. Dat was ook waarom we van het Roadburners bier een Chocolate IPA hebben gemaakt. Het lelijkste bier wat we hebben, een hazy brown ale, maar wel lekker.”
Samenwerken
Een brouwerij wat een lelijk bier durft te maken, dat is een interessante start. Dan maar gelijk de hamvraag: wat voegt LOC Brewery toe aan de markt? “Ik denk dat wat wij toevoegen de hele beleving is,” zegt Daniel. “We nemen ons bier heel serieus, maar verder willen we lol hebben met z’n allen. Als wij plezier hebben, hebben de gasten ook plezier.” Dat dat plezier verder gaat dan de gasten, blijkt ook uit de verhalen van de samenwerkingen. En dan niet alleen de collabs, maar ook de hulp die wordt gegeven tussen collegabrouwers. Op een steenworp afstand bevindt zich namelijk KraftBier, één van de andere jonge Tilburgse brouwerijen.
“We gingen een bier brouwen samen met Ørrebrø,” vertelt Daniel, “en toen ging onze schrootmolen kapot. Gelukkig zit de brouwerij van KraftBier hier letterlijk om de hoek. Dus ik belde Rob van den Meijdenberg of ik zijn schrootmolen kon lenen. Uiteraard kon dat, en zo reed ik met een palletwagen vol mout naar Kraft om te schroten. Ook dat is plezier. Niet alleen in het samenwerken, ook in het letterlijk slepen met de mout om maar dat bier te kunnen brouwen.” Het blijkt maar weer dat brouwen ambachtelijk en degelijk handwerk is.
DIY
De brouwerij in de Spoorzone is op dit moment de enige plek waar de bieren van LOC gemaakt worden. Met huurbrouwen van grotere batches zijn ze dus gestopt. “Dat hebben we twee jaar gedaan,” vertelt Daniel, ”maar dat hebben we opgegeven omdat er te weinig controle was. Ik wil dingen meer in eigen hand hebben.” En Daniel niet alleen, als je kijkt naar de brouwinstallatie. “Die heeft Paul inderdaad helemaal zelf gemaakt,” legt Daniel uit. “Net als de CIP tank. Paul is onze handyman.” Daniel voert nu dan wel het woord, maar LOC bestaat uit drie mannen. Naast Daniel en Paul is er ook nog een derde partner in crime. “Ja, Erwin. Hij is de reden dat LOC ooit begonnen is,” vult Daniel aan.
“Nou, eigenlijk is het allemaal begonnen bij de lerares van onze kinderen,” vertelt Daniel. “Zij wilde dat niet alleen de kinderen het goed met elkaar konden vinden in de klas, maar dat ook de ouders met elkaar op konden schieten. Er werden daarom informele ouderavonden georganiseerd, bij een van de ouders thuis. Eén daarvan was bij mij thuis. Ik kwam die avond met Erwin in gesprek en die vertelde dat hij ooit een café had gehad. Ik heb hem toen mijn biercollectie laten zien. Hij vond dat ik daar iets mee moest doen,” lacht Daniel. “Niet veel later kwam hij bij me terug met de mededeling dat hij een ruimte had gevonden en dat hij wilde leren brouwen. Vijf jaar later staan we hier!”
Om dan het setje compleet te krijgen, moet Paul nog ten tonele verschijnen. “Toen we dus een locatie hadden,” gaat Daniel verder, “wilden we er nog iemand bij. We hebben toen nog een vader uit de klas gevraagd om mee te doen met ons project. Dat was Roy, hij is grafisch ontwerper. Het moment dat we Roy vroegen, zat Paul daar ook bij en hij bood zich spontaan aan. Toen waren we met zijn vieren. We zijn toen een jaar lang elke woensdagavond bij elkaar gekomen om te brouwen. Na dat jaar zijn we professioneel gegaan.” Inmiddels heeft Roy het kwartet verlaten, en brouwt LOC weer alles zelf in de brewpub.
De start van IPA´s
Paul heeft dus veel zelf gebouwd, maar er staan in de brewpub ook wat cylindroconische tanks die niet uit zijn koker komen. “We hebben voor een klein bedrag wat gecrowdfund om onze vergistingstanks en een chiller te kunnen kopen,” legt Daniel uit. “De volgende stap is een apparaat waarmee we kunnen drooghoppen onder druk. We maken veel milkshake IPA’s, en daar willen we een hoge kwaliteit mee neerzetten. Daarnaast is er nog ruimte voor één tank. Als we daarna nog groter willen groeien, hebben we een grotere installatie nodig.” Voor nog meer IPA’s, waarschijnlijk.
Vraag een brouwer waarom hij is gaan brouwen en hij zal als antwoord geven: ‘om te drinken wat ik lekker vind.’ Zo ook Daniel Tano. Zijn smaakreis wijkt wel af van andere brouwers. “Ik woonde in Zweden en een goede vriend van me daar heeft een brouwerij, All in Brewing, en een café, en daar heb ik Amerikaanse IPA’s leren kennen. Toen ik naar Nederland verhuisde, waren er hier voornamelijk Belgische stijl bieren te krijgen. Daar ben ik me toen in gaan verdiepen, maar elke reis terug naar Zweden trokken de IPA’s me toch het meest. Op een gegeven moment, weer in Nederland, besloot ik dan maar zelf IPA’s te brouwen. Toen we begonnen met LOC liepen we daarmee voor op de rest van Nederland.”
Experimenteren
LOC is inmiddels ingehaald als het gaat om het brouwen van Amerikaanse stijl IPA’s. Niet alleen zijn de Amerikaanse bieren volop te krijgen nu, maar brouwen andere Nederlandse brouwers ze ook. Niet dat ze stoppen met die bierstijl, maar er zijn genoeg andere stijlen om mee te experimenteren. Dat is wat Daniel ook graag doet: “We hebben een keer geprobeerd een dropstout te maken, met verschillende soorten drop. Dat zijn leuke dingen om uit te testen. Dit experiment was helaas niet geslaagd, dus we hebben de hele batch gedumpt. We willen wel kwaliteit leveren. De Belgische pale ale die we 999 dagen op hout gelagerd hebben daarentegen was wel gelukt: dat kwam heel dicht bij een geuze.”
Houtlagering is sowieso wel een interessant proces, vindt Daniel. “Mijn favoriete LOC bier is een saison die we op een Pinot Noir vat hebben gelegd. Dat vat werd ons trouwens in de schoot geworpen door een lokale handelaar. Hij stond ineens met een vrachtwagen voor de deur om dat ding uit te laden. Daar was ik zo blij mee!” glundert hij. “Dat bier zou ik graag nog een keer maken, dus nog zo’n Pinot Noir vat zou welkom zijn,” zegt hij lachend. “Het volgende barrel project is ook al bekend. De andere mannen willen graag een bockbier. Dat is helemaal niet mijn ding, dus geef ik er een eigen draai aan. Het wordt dus een triple bock, gelagerd op een bourbonvat.”
Inspiratie
Naast IPA’s brouwt LOC dus ook veel ander stijlen. Waar haalt Daniel zijn inspiratie vandaan? “Ik ben opgeleid as chefkok,” begint hij, “maar daar heb ik uiteindelijk niets mee gedaan. Behalve thuis koken,” lacht hij. “De inspiratie komt wel uit de keuken, met name de Oosterse. Ik maak veel gebruik van Oosterse kruiden. En ik haal inspiratie uit collabs met andere brouwers. Of ideeën van andere brouwers. Ik ben bijvoorbeeld geen fan van pastry stouts, maar ik vind het wel leuk om Henok Fentie van Omnipollo te volgen. Die is opgeleid als banketbakker, dus het is gaaf om te zien hoe hij zijn kennis van gebak omzet in bier.”
Gebak is dan niet Daniels passie, maar van een toetje is hij niet vies. “Onze 4th year anniversary bier is inderdaad een toetje,” knikt Daniel. “We hebben drie keer gemaischt en de wort vier uur laten koken om het in te dikken. Daarna is er nog Dulce de Leche bijgegaan. Zo hebben we een soort Coffee Baileys gecreëerd. Echt een verjaardagsbier!” Een proost op de jaren die voorbij gingen en de jaren die gaan komen. “Andere brouwers zijn echt een inspiratie,” gaat Daniel verder, “via een Zweeds bierfestival kwam ik bijvoorbeeld in contact met de Green Bench Brewing Company. Zij hadden een eigen stijl bedacht: de Florida IPA, dat is een Hazy IPA gemengd met een kettlesour, dat laten ze uitvergisten waarna ze fruit toevoegen. Een geweldig bier.”
Pils
Met al de bierstijlen die LOC uitprobeert, zijn er dan nog uitdagingen? “Zeker!” zegt Daniel, “mijn smaak is in de loop der jaren ook veranderd, dus ook de bieren die ik wil brouwen. Op dit moment is pils m’n kindje. Pils brouwen is veel moeilijker dan IPA’s brouwen. Als je bij een IPA een brouwfout hebt, zou je dat nog wel kunnen maskeren met een flinke dosis dryhop, bij pils springt elke fout eruit. Nu moet ik zeggen dat we onze pils wel wat dryhop meegeven, maar dat is voor de smaak. Fouten kan ik er niet mee maskeren, het moet een goed pils zijn.”
“Voor de LOC-hal brouwen we trouwens hun huispils,” vertelt Daniel. “En alles aan dat bier is Duits, behalve het water. We gebruiken daarvoor het Weihenstephan gist, en we halen de hop en het mout uit Duitsland. Zuiverder krijgen we niet,” glimlacht hij. Het mooie van dit verhaal is dat de LOC-hal de eerste plek was in de Spoorzone waar de brouwerij was gehuisvest. Toen nog antikraak. Nu huren ze ruimte in gebouw 84. Een bier brouwen voor het restaurant in hun oude stek, maakt het verhaal mooi rond. En misschien is het een mooi begin om wat spoorlijntjes door Tilburg te leggen. Wie weet of ze samen met Kraft wat stationnetjes kunnen bouwen.