
Nederland telt inmiddels vele brouwerijen, waarvan een klein deel met eigen ketels en veel met eigenzinnige bieren. Eén van de brouwers die in de kop zat van de Nieuwe Nederlandse Brouwgolf is Ramses Snoeij. In een loods in Hooge Zwaluwe, op de grens van Drimmelen, staat een rij RVS te schitteren, gevuld met de dieren van Ramses. Tijd voor een kijkje binnen deze boerderij.
Bioloog
Als je voor het eerst bieren van Ramses tegenkomt, valt al snel op dat bijna elk bier een dierennaam in zich herbergt. Zo staan Den Dorstigen Tijger, De Strijdende Kater, Willem Bever, Lambok, IJsbeer en Naar de Haaien bijvoorbeeld vrolijk naast elkaar in het schap. Het waarom daarvan is snel door Ramses beantwoord: “Ik heb in het begin getwijfeld om elk bier een Egyptische naam te geven, vanwege mijn naam, maar uiteindelijk vond ik dat niet Nederlands genoeg en teveel in een hokje zitten. Aangezien ik bioloog ben, heb ik toen gekozen voor dierennamen: die zijn ook makkelijker te koppelen aan bierstijlen.” Zo heet een lentebock al snel een Lambok. Logisch.
De dierennamen zijn ook mooie haakjes voor de collabs die Ramses doet, zo heet het bier wat hij samen met Hommeles uit Houten maakte: Houtworm. En uiteraard heet het bier wat met de Naeckte Brouwers uit Amstelveen is gemaakt: Naecktslak. Een woordspeling hier of daar wordt bij Ramses wel gewaardeerd. Grappige namen mogen ook, blijkt uit het wethop project wat hij heeft gedaan: dat zijn Natte Poes en Natte Droom geworden. Dan laten we aan de drinker over of die grap dan geslaagd is of niet.

Hopper
De wethop bieren zijn in ieder geval een geslaagd experiment. “Dat was de eerste keer dat ik dat probeerde, brouwen met verse, natte hop”, zegt Ramses, “we hebben eerst thee gezet van de hop om te kijken hoe sterk dat werd, want het moet geen hopbom worden.” Theezetten met hop blijkt Ramses’ beproefde methode te zijn om nieuwe ingrediënten uit testen. “Proefbrouwen doe ik eigenlijk niet; wat de hop, mout of gist doet, weet ik uit het hoofd. Andere dingen test ik met de hopper, of als thee.”
Voor degene die Ramses wel eens op een festival heeft gezien, weet wat de hopper is: een koppelstuk tussen het vat en de tapkraan waarbij extra ingrediënten aan het bier worden toegevoegd. “Vaak gaan er dingen in de hopper die de smaak van het bier versterken,” zegt Ramses. “Bij een stout kan er extra chilipeper in de hopper komen, en met de hopper kan ik van een Zuiglam een Bloedzuiger maken: door bloedsinaasappel in de hopper te doen.”
Meesterproever

“Je moet wel oppassen met de verhouding in de hopper,” zegt hij, “als je te weinig of teveel toevoegt, verpest je het bier. Maar dat geldt eigenlijk ook voor de ingrediënten in elk bier.” Brouwer Eric van der Lugt bemoeit zich ermee en zegt: “Maar jij proeft alles, Ramses, je bent vaak te voorzichtig in je verhoudingen.” Ramses haalt glimlachend zijn schouder op. “Ik proef inderdaad veel, ik doe mijn best om alle verschillende hopsoorten te herkennen, maar dat is erg lastig. Door ambitie en overmoed dacht ik dat te kunnen leren,” lacht hij. “Maar! Sommige haal ik er wel uit.”
Die specifieke hopgeuren en -smaken zijn wel de reden dat Ramses veel single hop bieren maakt. “Ik kan me de eerste keer dat ik hop rook nog goed herinneren,” mijmert hij, “ik woonde toen in Oregon, bij de Cascade Mountains en de Willamette River. Een collega vroeg me of ik een keer wilde meebrouwen. Toen ik daar de hopzak opendeed en die geur me tegemoet kwam, ben ik niet meer gestopt met daaraan te ruiken. Daar ben ik verliefd geworden op hop, dat was lekkerder dan wiettoppen!”
D’Olle Grieze
Vanaf dat moment is Ramses zelf gaan brouwen, en kiest hij al snel voor single hop bieren. Er zijn collegabrouwers die hem vragen waarom hij zich ermee beperkt. Ramses ziet het niet als beperking. “Neem als voorbeeld de D’Olle Grieze Saison die ik een paar jaar terug heb gebrouwen voor de Martinikerk in Groningen.” (D’Olle Grieze is een jaarlijks terugkerend bier, dezelfde naam, maar een ander bier, wat door verschillende brouwers samen wordt gemaakt waarbij de opbrengst is bestemd voor de toren van de Martinikerk: wat d’Olle Grieze heet.)

“Voor D’Olle Grieze Saison hebben we in een maand drie saisons gebrouwen met drie verschillende hopsoorten; één met Premiant, één met Kazbek en één met Vital. Die bieren verschilden als dag en nacht met elkaar. Eén hop gebruiken in een bier geeft dus een duidelijke smaak, dat lijkt me een verrijking,” glimlacht hij. “Wat ook gaaf was: we hebben ze getapt onder het orgel zelf. Met drie hoppers en duidelijk drie smaken.” De liefde voor hop is bij Ramses nog duidelijk aanwezig.
To boldly go where no-one has gone before

Inmiddels brouwt Ramses ook wel bieren met meerdere hoppen, zoals de Trilobiet; een hopbom waarbij er drie hopsoorten zijn gebruikt (Amarillo, Chinook en Citra). En hij is dringend op zoek naar Galaxy hop. “We hebben al een bier op de lijst staan, maar dat moet nog gebrouwen worden: ‘We are hop’, heet dat. Met als ondertitel: ‘resistance is futile’. Daar moet natuurlijk Galaxy en Comet in.” De twee alienhoofdjes op het etiket maken de nerdreferentie compleet.
Met al die woordgrappen en referenties ga je je afvragen of Ramses alleen brouwt voor nerds, geeks en smaakfetisjisten. “Ik heb verschillende doelgroepen,” antwoord hij. “en daarin zitten inderdaad mensen die graag smaken ontdekken. Daarom staat er altijd op het etiket welke geuren en smaken je van de hop kunt verwachten. Ik denk dat het de consument het fijn vindt om de smaken te ontdekken die op het etiket staan.”
Lokaal
“Tegelijkertijd brouw ik bijvoorbeeld voor klimhallen de Rotskruiper. Ik ben zelf klimmer en drink graag een lekker bier na het sporten. Dat is een ander doelgroep. En uiteraard brouw ik voor sommige cafés in de buurt een huisbier. Ik vind het prettig om lokale ingrediënten te gebruiken en de bieren ook lokaal af te zetten. Dat zie je ook bij sommige partijen uit de buurt die een bier willen brouwen: die kiezen voor de gerst uit Oss en de spelt uit Drimmelen. Die willen een Brabants biertje.”

Dat gebeurt inderdaad ook nog: Ramses verhuurt zijn brouwerij aan derden die ook bier willen brouwen. Zo roert Raven Bone Hill regelmatig in de ketels, komt Oldskool nog wel eens kijken hoe het met zijn bieren gaat en brouwt de Bebaarde Brouwer hier het bier voor het café van zijn broer. “Ja, dat is wel prettig,” zegt Ramses, “er zijn altijd wel een paar rustige maanden waar de huurbrouwers de ketels kunnen vullen. Ook prettig voor mij dat de huur die maand dan geregeld is.”
Huurbrouwers
Er is regelmatig een discussie over huurbrouwen; zonder eigen ketels zou je geen brouwer zijn. “Ik vind het lastig,” zegt Ramses, “aan de ene kant ben ik het daar wel mee eens. Aan de andere kant: ik ben zelf ook als huurbrouwer begonnen, bij de 3 Horne. Huren is een gezonde manier om te leren wat het inhoudt om te brouwen. Sommigen zullen nooit stoppen met huren. Er komt met een eigen brouwerij ook veel meer bij kijken: PR, heel veel administratie. Dat moet je er ook bij willen hebben.”
Toekomst
Je zou denken dat met alle rompslomp die erbij een brouwerij komt kijken, elke brouwer op zijn lauweren gaat rusten en zijn bieren het werk laat doen. Ramses niet, die heeft mooie plannen in het verschiet. “Ik ben met twee projecten bezig,” zegt hij, “de ene is het verhuizen van de brouwerij naar de Dongecentrale in Geertruidenberg en de andere is het openen van een proeflokaal samen met oud-huurbrouwers Brouwerij Bliksem, maar daar mag ik nog verder niks over zeggen.” Dat klinkt inderdaad als projecten; groots.

In de loods waar Ramses nu huist, lijkt hij aan ruimte geen gebrek te hebben. Waarom zou je een hele brouwerij verhuizen? “Eén van de redenen is dat we er daar gelijk een café bij krijgen. Een tweede is dat het de Dongecentrale een hoog gebouw is waarbij je met verschillende verdiepingen kunt werken. Schroten doe je op de bovenste verdieping, maischen daaronder, lageren daar weer onder en de opslag staat beneden. Gemak dient de mens.”
Breda Brouwstad
Het klinkt alsof Brabant het beloofde land is voor de bierliefhebber, en dan nu niet omdat daar alle Belgische bieren altijd verkrijgbaar waren, maar omdat er lokale brouwers de macht overnemen. Collagebrouwers Frontaal hadden het goed gezien toen ze hun festival Brewda noemden. Breda gaat de brouwhoofdstad van Brabant worden! En Ramses de farao die de scepter zwaait. Als Arjen Lubach dat maar accepteert…
Deze tekst stond eerder op Bierista.nl