Bernd Beersma van de Kleine Beer Brouwerij nodigt mensen graag uit bij hem thuis in Spanga. Dat klinkt exotisch. En misschien is het dat ook. Voor een schrijver uit Noord-Holland is het in ieder geval een eind reizen om er te komen. Gelukkig wil Bernd ook afspreken in Amersfoort (ook een eind, trouwens…) als hij daar samen met Koen Overeem van Rock City en Ken Fischer van Grateful Deaf aan het brouwen is.
Huurbrouwer
Bernd is één van de vele huurbrouwers in Nederland, één die wel al plannen had voor een eigen brouwerij. Het is er nog niet van gekomen. “Ik heb wel een keer gesproken met Crowd About Now, maar heb besloten dat toen niet te doen,” begint Bernd. “Toen ik in 2013 commercieel ging met mijn brouwerij was ik de derde in de regio. Inmiddels zijn er meer dan 30 brouwerijen in Friesland en die zoeken allemaal een plek op de schappen. Nu is dat tussen maart en eind oktober geen probleem: dit is een enorm toeristisch gebied. In de winter daarentegen is dat weg.”
“Nu zit ik in een enorme luxepositie,” gaat Bernd verder, “voor mij is dit een hobby, ik hoef er mijn brood niet mee te verdienen. Het betekent ook dat het voor mij wel leuk moet blijven.” De Kleine Beer is in de afgelopen jaren best gegroeid in productie, maar Bernd heeft het in 2018 teruggeschaald. “Ik was alleen maar de bieren aan het brouwen die er al waren. Voor mij werd toen duidelijk dat als ik ga brouwen wat er al is, de lol eraf gaat. Nu heb ik weer ruimte om nieuwe bieren te brouwen.”
Collaborations
Die nieuwe bieren lijkt Bernd vooral met anderen te brouwen, zoals vandaag met Grateful Deaf en Rock City. “Er is niets leukers dan met anderen bier brouwen,” glundert Bernd. “Ik wil meer ontwikkelen en met zo’n collaboration kan dat. Ik denk trouwens dat dat op grote schaal de toekomst is van de Nederlandse bierwereld: samenwerkingen. Zoals Ruig en Rooie Dop, die zijn samengegaan in Oproer, of de Naeckte die een belang neemt in Pontus. Dat zijn manieren om te overleven, om niet om te vallen als brouwerij. Dat omvallen zie je nu al gebeuren. Brouwerijen die het niet meer redden om op eigen benen door te gaan.”
“Er zijn dit jaar al een aantal brouwerijen gestopt of ze kiezen voor een andere manier van werken,” gaat Bernd verder, “Kraft in Tilburg heeft z’n ketels verkocht en gaat weer huurbrouwen. Toen dat nieuws bekend werd, hadden ze binnen een dag al 30 reacties. Er zijn dus nog brouwers die wel de sprong naar een eigen brouwerij durven maken. Tegelijkertijd zie je meer en meer brewpubs verschijnen. Daar zijn natuurlijk ook brouwketels nodig.” De vraag rijst of Bernd daar niet aan heeft gedacht: de installatie van Kraft overnemen voor een eigen brewpub.
Brewpub
Bernd lacht. “Er is wel een mooie locatie bij mij om de hoek wat een mooie brewpub zou kunnen worden,” zegt hij. “Café de Veehandel, een mooi historisch pand van eind 1800. Dat zou iets kunnen worden als Stanislaus in Enschede of Broer & Zus in Beverwijk; een plek waar je kunt eten, met een kleine brouwinstallatie. Een plek waar je de mout ruikt als je binnen loopt. Dat vind ik altijd een mooie beleving. Maar ik heb een andere beleving in m’n hoofd.” Aan Bernd te zien, is dat een idee wat al langer in zijn hoofd rondwaart.
In 2015 schrijft Bernd namelijk al een businessplan voor een kleine brouwerij, voor 5 tot 10 hectoliter. Hij gaat op zoek naar een geschikt pand, maar loopt al snel tegen onmogelijkheden aan. “In Lemmer laat het bestemmingsplan geen brouwerij toe in het centrum,” legt hij uit. “En op het industrieterrein mag geen proeflokaal komen. Ik ben nog in Sloten gaan kijken, maar de oude herberg die we daar op het oog hadden was net verkocht. Ik ben nog gevraagd om in Heerenveen wat op te starten, maar inmiddels zit ik in goed in Spanga.”
Natuur
Voor wie Bernd op social media volgt, ziet regelmatig beelden voorbijkomen van een uitgestrekte tuin, een ooievaarsnest en vooral ruimte en rust. Glimlachend doet hij zijn droom uit de doeken: “Eigenlijk wil ik mensen laten genieten van de dingen ik zelf leuk vind. Ik wil mensen meenemen in de natuur, het buiten zijn. Ze laten zien hoe je kunt genieten van simpele recreatie; kampvuur, een barbecue, een lekker bier erbij. Het goede leven,” lacht hij. “Dit doe ik nu al met vrienden die langskomen, natuurlijk. Het is een gezellig gezicht als de tuin vol staat met tentjes.”
Niet alleen vrienden zijn welkom in de tuin, ook vreemde kampeerders zijn welkom. “Ken je Campspace?” vraagt Bernd. Dat is een site waarbij je kunt boeken om te kamperen bij locals. Daar wil ik meer mee gaan doen. Het lijkt me mooi om twee barrelhuizen in de tuin te hebben. Dan kunnen mensen boeken voor een overnachting, een barbecue en een bierproeverij. Beer, bed and breakfast,” glundert hij.
Lokaal
In de tuin in Spanga moet dat qua ruimte allemaal wel passen. Toch is dit niet de hele droom van Bernd. “Het gaat over een manier van leven,” zegt hij. “Als je ‘buiten’ woont, kun je je voor een groot deel zelf voorzien. Ook dat zou ik mensen willen laten ervaren. Als ik nou een deel van het perceel van mijn buurman kan kopen en daar een biologische tuin aanleg… Ik kan mensen terug nemen naar de basis. Ze leren dat ze de helft van hun eten aan de weg kunnen kopen, of zelf kunnen groeien.”
Het lijkt alsof sociale contacten voor Bernd het belangrijkst zijn in zijn werk. “Bier heeft me een hele hoop nieuwe vrienden en mooie mensen gebracht,” zegt hij. “Allemaal door de gedeelde passie voor een product. En bij barbecue is dat ook, of in de wijnwereld. Ook in recreatie kun je dat verspreiden. Mijn doel is om het kamperen hier kleinschaliger en leuker te maken. Terug naar de basis.” Voor de rest van Nederland betekent dat: op naar Spanga. Ik moet maar eens een tent gaan aanschaffen, geloof ik.